Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch: mehr Daten
- kopiëren:
-
Wiktionary:
- kopiëren → kopiera, härma
- kopiëren → kopiera, ranka, fotokopiera, stencilera, efterbilda, imitera
Niederländisch
Detailübersetzungen für kopiëren (Niederländisch) ins Schwedisch
kopiëren:
-
kopiëren (kopie maken)
-
kopiëren (overschrijven)
-
kopiëren (stencilen)
-
kopiëren (nabootsen; namaken)
-
kopiëren (vervalsen; falsificeren; namaken; nabootsen)
Konjugationen für kopiëren:
o.t.t.
- kopiëer
- kopiëert
- kopiëert
- kopiëren
- kopiëren
- kopiëren
o.v.t.
- kopiëerde
- kopiëerde
- kopiëerde
- kopiëerden
- kopiëerden
- kopiëerden
v.t.t.
- heb gekopiëerd
- hebt gekopiëerd
- heeft gekopiëerd
- hebben gekopiëerd
- hebben gekopiëerd
- hebben gekopiëerd
v.v.t.
- had gekopiëerd
- had gekopiëerd
- had gekopiëerd
- hadden gekopiëerd
- hadden gekopiëerd
- hadden gekopiëerd
o.t.t.t.
- zal kopiëren
- zult kopiëren
- zal kopiëren
- zullen kopiëren
- zullen kopiëren
- zullen kopiëren
o.v.t.t.
- zou kopiëren
- zou kopiëren
- zou kopiëren
- zouden kopiëren
- zouden kopiëren
- zouden kopiëren
en verder
- ben gekopiëerd
- bent gekopiëerd
- is gekopiëerd
- zijn gekopiëerd
- zijn gekopiëerd
- zijn gekopiëerd
diversen
- kopiëer!
- kopiëert!
- gekopiëerd
- kopiërend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für kopiëren:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
duplicera | tweevoud | |
kopiera | kopiëren | |
skriva av | afkijken; afschrijven; overkalken; overschrijven; spieken | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
duplicera | kopiëren; stencilen | dupliceren; multipliceren; stencilen; vermenigvuldigen; verveelvoudigen |
efterapa | kopiëren; nabootsen; namaken | naäpen |
efterhärma | kopiëren; nabootsen; namaken | |
falsifiera | falsificeren; kopiëren; nabootsen; namaken; vervalsen | |
förfalska | falsificeren; kopiëren; nabootsen; namaken; vervalsen | |
imitera | falsificeren; kopiëren; nabootsen; namaken; vervalsen | imiteren; nabootsen; nadoen; navolgen; naäpen; opvolgen; volgen |
kopiera | kopie maken; kopie trekken; kopiëren; nabootsen; namaken; overschrijven; stencilen | imiteren; nabootsen; nadoen; navolgen; stencilen |
skriva av | kopiëren; overschrijven | |
ta efter | kopiëren; nabootsen; namaken |
Verwandte Definitionen für "kopiëren":
Wiktionary Übersetzungen für kopiëren:
kopiëren
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kopiëren | → kopiera | ↔ copy — produce something identical |
• kopiëren | → kopiera | ↔ copy — place a copy in memory |
• kopiëren | → ranka; kopiera; fotokopiera; stencilera | ↔ xerox — to make photocopies |
• kopiëren | → efterbilda; kopiera; imitera | ↔ copier — Traductions à trier suivant le sens |