Niederländisch
Detailed Synonyms for teweegbrengen in Niederländisch
teweegbrengen:
-
teweegbrengen
-
teweegbrengen
Konjugationen für teweegbrengen:
o.t.t.
- breng teweeg
- brengt teweeg
- brengt teweeg
- brengen teweeg
- brengen teweeg
- brengen teweeg
o.v.t.
- bracht teweeg
- bracht teweeg
- bracht teweeg
- brachten teweeg
- brachten teweeg
- brachten teweeg
v.t.t.
- heb teweeggebracht
- hebt teweeggebracht
- heeft teweeggebracht
- hebben teweeggebracht
- hebben teweeggebracht
- hebben teweeggebracht
v.v.t.
- had teweeggebracht
- had teweeggebracht
- had teweeggebracht
- hadden teweeggebracht
- hadden teweeggebracht
- hadden teweeggebracht
o.t.t.t.
- zal teweegbrengen
- zult teweegbrengen
- zal teweegbrengen
- zullen teweegbrengen
- zullen teweegbrengen
- zullen teweegbrengen
o.v.t.t.
- zou teweegbrengen
- zou teweegbrengen
- zou teweegbrengen
- zouden teweegbrengen
- zouden teweegbrengen
- zouden teweegbrengen
en verder
- ben teweeggebracht
- bent teweeggebracht
- is teweeggebracht
- zijn teweeggebracht
- zijn teweeggebracht
- zijn teweeggebracht
diversen
- breng teweeg!
- brengt teweeg!
- teweeggebracht
- teweegbrengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
teweegbrengen