Niederländisch
Detailübersetzungen für aanzoeken (Niederländisch) ins Französisch
aanzoeken:
-
aanzoeken (vragen; verzoeken; aanvragen; uitnodigen)
demander; prier; requérir; solliciter; exiger; supplier-
demander Verb (demande, demandes, demandons, demandez, demandent, demandais, demandait, demandions, demandiez, demandaient, demandai, demandas, demanda, demandâmes, demandâtes, demandèrent, demanderai, demanderas, demandera, demanderons, demanderez, demanderont)
-
prier Verb (prie, pries, prions, priez, prient, priais, priait, priions, priiez, priaient, priai, prias, pria, priâmes, priâtes, prièrent, prierai, prieras, priera, prierons, prierez, prieront)
-
requérir Verb (requiers, requiert, requérons, requérez, requièrent, requérais, requérait, requérions, requériez, requéraient, requis, requit, requîmes, requîtes, requirent, requerrai, requerras, requerra, requerrons, requerrez, requerront)
-
solliciter Verb (sollicite, sollicites, sollicitons, sollicitez, sollicitent, sollicitais, sollicitait, sollicitions, sollicitiez, sollicitaient, sollicitai, sollicitas, sollicita, sollicitâmes, sollicitâtes, sollicitèrent, solliciterai, solliciteras, sollicitera, solliciterons, solliciterez, solliciteront)
-
exiger Verb (exige, exiges, exigeons, exigez, exigent, exigeais, exigeait, exigions, exigiez, exigeaient, exigeai, exigeas, exigea, exigeâmes, exigeâtes, exigèrent, exigerai, exigeras, exigera, exigerons, exigerez, exigeront)
-
supplier Verb (supplie, supplies, supplions, suppliez, supplient, suppliais, suppliait, suppliions, suppliiez, suppliaient, suppliai, supplias, supplia, suppliâmes, suppliâtes, supplièrent, supplierai, supplieras, suppliera, supplierons, supplierez, supplieront)
-
Konjugationen für aanzoeken:
o.t.t.
- zoek aan
- zoekt aan
- zoekt aan
- zoeken aan
- zoeken aan
- zoeken aan
o.v.t.
- zocht aan
- zocht aan
- zocht aan
- zochten aan
- zochten aan
- zochten aan
v.t.t.
- heb aangezocht
- hebt aangezocht
- heeft aangezocht
- hebben aangezocht
- hebben aangezocht
- hebben aangezocht
v.v.t.
- had aangezocht
- had aangezocht
- had aangezocht
- hadden aangezocht
- hadden aangezocht
- hadden aangezocht
o.t.t.t.
- zal aanzoeken
- zult aanzoeken
- zal aanzoeken
- zullen aanzoeken
- zullen aanzoeken
- zullen aanzoeken
o.v.t.t.
- zou aanzoeken
- zou aanzoeken
- zou aanzoeken
- zouden aanzoeken
- zouden aanzoeken
- zouden aanzoeken
diversen
- zoek aan!
- zoekt aan!
- aangezocht
- aanzoekende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze