Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. schrijden:


Niederländisch

Detailübersetzungen für schrijden (Niederländisch) ins Spanisch

schrijden:

schrijden Verb (schrijd, schrijdt, schreed, schreden, geschreden)

  1. schrijden (waardig lopen)

Konjugationen für schrijden:

o.t.t.
  1. schrijd
  2. schrijdt
  3. schrijdt
  4. schrijden
  5. schrijden
  6. schrijden
o.v.t.
  1. schreed
  2. schreed
  3. schreed
  4. schreden
  5. schreden
  6. schreden
v.t.t.
  1. ben geschreden
  2. bent geschreden
  3. is geschreden
  4. zijn geschreden
  5. zijn geschreden
  6. zijn geschreden
v.v.t.
  1. was geschreden
  2. was geschreden
  3. was geschreden
  4. waren geschreden
  5. waren geschreden
  6. waren geschreden
o.t.t.t.
  1. zal schrijden
  2. zult schrijden
  3. zal schrijden
  4. zullen schrijden
  5. zullen schrijden
  6. zullen schrijden
o.v.t.t.
  1. zou schrijden
  2. zou schrijden
  3. zou schrijden
  4. zouden schrijden
  5. zouden schrijden
  6. zouden schrijden
diversen
  1. schrijd!
  2. schrijdt!
  3. geschreden
  4. schrijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für schrijden:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
caminar con dignidad schrijden; waardig lopen
caminar elegantemente schrijden; waardig lopen