Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. verstard:
  2. verstarren:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für verstard (Niederländisch) ins Englisch

verstard:

verstard Adjektiv

  1. verstard (star; strak)
    rigid; stern; star; stiff; fixed; petrified; set; fossilized; fossilised

Übersetzung Matrix für verstard:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
set accumulatie; bende; benoemde set; bepaalde hoeveelheid; concours; groep; groep van twee of meer; hoop; kliek; koppel; manche; onderonsje; partij; pot; samenscholing; set; span; stel; strijd; troep; wedstrijd
star diva; ster; uitblinker; vedette
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
set deponeren; gelijkzetten; initiëren; inklinken; leggen; neerleggen; neerzetten; onder water gaan; ondergaan; op gang brengen; plaatsen; situeren; stationeren; stijf worden; stremmen; synchroniseren; zetten; zich afspelen; zinken
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fixed star; strak; verstard bepaald; bestand tegen; bestendig; een zekere; gedetermineerd; onveranderlijk; opgewassen tegen; strak; strakgespannen
fossilised star; strak; verstard versteend
fossilized star; strak; verstard versteend
rigid star; strak; verstard chagrijnig; harkerig; houterig; knorrig; korzelig; nors; nurks; onbuigzaam; onverzettelijk; stijf; stijfjes; stijfkoppig; stijve; stram; stroef; stug; taai; verstijfd
set star; strak; verstard strak; strakgespannen
star star; strak; verstard onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai
stern star; strak; verstard aangebrand; bokkig; dwars; gestreng; gevoelig; humeurig; koppig; korzelig; lichtgeraakt; niet toegevend; onbuigzaam; onverzettelijk; stijfhoofdig; stijfkoppig; streng; stug; taai; weerbarstig; weerspannig
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
petrified star; strak; verstard versteend
stiff star; strak; verstard ferm; fiks; flink; gemelijk; harkerig; hartig; houterig; knorrig; krukkig; lastig; moeilijk; niet makkelijk; nurks; onbeholpen; ongemakkelijk; onhandig; pittig; pittig gesprek; schutterig; slungelig; stevig; stijf; stijfjes; stijve; straf; stram; stroef; stumperig; stuntelig; stuurs; sukkelig; wrevelig; zwaar

verstard form of verstarren:

verstarren Verb (verstar, verstart, verstarde, verstarden, verstard)

  1. verstarren (verstijven; verstenen)

Konjugationen für verstarren:

o.t.t.
  1. verstar
  2. verstart
  3. verstart
  4. verstarren
  5. verstarren
  6. verstarren
o.v.t.
  1. verstarde
  2. verstarde
  3. verstarde
  4. verstarden
  5. verstarden
  6. verstarden
v.t.t.
  1. ben verstard
  2. bent verstard
  3. is verstard
  4. zijn verstard
  5. zijn verstard
  6. zijn verstard
v.v.t.
  1. was verstard
  2. was verstard
  3. was verstard
  4. waren verstard
  5. waren verstard
  6. waren verstard
o.t.t.t.
  1. zal verstarren
  2. zult verstarren
  3. zal verstarren
  4. zullen verstarren
  5. zullen verstarren
  6. zullen verstarren
o.v.t.t.
  1. zou verstarren
  2. zou verstarren
  3. zou verstarren
  4. zouden verstarren
  5. zouden verstarren
  6. zouden verstarren
diversen
  1. verstar!
  2. verstart!
  3. verstard
  4. verstarrend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für verstarren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
stiffen verstarren; verstenen; verstijven stijf maken; stijven

Wiktionary Übersetzungen für verstarren:

verstarren
verb
  1. to immobilize with fright