Übersicht


Niederländisch

Detailübersetzungen für kakelbont (Niederländisch) ins Englisch

kakelbont:

kakelbont Adjektiv

  1. kakelbont (kleurrijk; bont; veelkleurig)
    colourful; colorful; multi-coloured; richly coloured; many-coloured; richly colored; many coloured; multi-colored

Übersetzung Matrix für kakelbont:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
colorful bont; kakelbont; kleurrijk; veelkleurig blij; blijgeestig; blijmoedig; bloeiend; bont; bontgekleurd; dartel; fideel; fleurig; geestig; gekleurd; hooggekleurd; jolig; kleurig; kleurrijk; kwiek; levendig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; uitgelaten; vrolijk; wakker; welgemoed; zonnig
colourful bont; kakelbont; kleurrijk; veelkleurig blij; blijgeestig; blijmoedig; bloeiend; bont; bontgekleurd; dartel; fideel; fleurig; geestig; gekleurd; hooggekleurd; jolig; kleurig; kleurrijk; kwiek; levendig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; uitgelaten; vrolijk; wakker; welgemoed; zonnig
multi-colored bont; kakelbont; kleurrijk; veelkleurig gekleurd; kleurig
multi-coloured bont; kakelbont; kleurrijk; veelkleurig gekleurd; kleurig
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
many coloured bont; kakelbont; kleurrijk; veelkleurig gekleurd; kleurig
many-coloured bont; kakelbont; kleurrijk; veelkleurig gekleurd; kleurig
richly colored bont; kakelbont; kleurrijk; veelkleurig gekleurd; kleurig
richly coloured bont; kakelbont; kleurrijk; veelkleurig gekleurd; kleurig

Verwandte Wörter für "kakelbont":

  • kakelbonte