"stängsel" übersetzt von Schwedische ins Niederländisch--Interglot

Übersicht

Schwedisch nach Niederländisch: mehr Daten

stängsel:
- afrastering; omheining; omrastering; omheiningen; hekken; beschuttingen; schuttingen; hekwerk; rasterwerk; afscherming; begrenzing; afschutting

Schwedisch

Detailübersetzungen für stängsel (Schwedisch) ins Niederländisch

stängsel
de afrastering; de omheining; de omrastering
- afrastering [de ~ (v)] Nomen
- omheining [de ~ (v)] Nomen
- omrastering [de ~ (v)] Nomen
stängsel
de omheiningen; de hekken; de beschuttingen; de schuttingen
- omheiningen [de ~] Nomen, Plural
- hekken [de ~] Nomen, Plural
- beschuttingen [de ~] Nomen, Plural
- schuttingen [de ~] Nomen, Plural
stängsel (inhägnande)
het hekwerk; het rasterwerk
- hekwerk [het ~] Nomen
- rasterwerk [het ~] Nomen
stängsel (staket)
de afscherming; de afrastering; de begrenzing
- afscherming [de ~ (v)] Nomen
- afrastering [de ~ (v)] Nomen
- begrenzing [de ~ (v)] Nomen
stängsel (staket)
de afschutting
- afschutting [de ~ (v)] Nomen