Übersicht
Schwedisch
Detailübersetzungen für uppslag (Schwedisch) ins Niederländisch
uppslag: (*Wort und Satz getrennt)
- upp: omhoog; opwaarts; naar boven toe
- slag: soort; aard; pol; slag; klap; zet; stoot; klop; knal; hengst; tik; duw; por; revers; dreun; stempels; pets; mep; stootje; uithaal; duwtje; peut; vuistslag; lel; opdonder; jens; oplawaai; muilpeer; drevels; geklots; opdonders; shocks; oplawaaien; opduvel; toegebrachte klap; opdoffers; opduvels