Home ->Wörterbücher ->Schwedisch/Niederländisch ->Suche: ensamhet

Schwedische und niederländische Suchergebnisse für: ensamhet

Übersicht

Schwedisch nach Niederländisch: mehr Daten

ensamhet:
- eenzaamheid; isolement; afgezonderdheid; verlatenheid; eenzaam gevoel; vereenzaming
Wiktionary:
- ensamhet → eenzaamheid, gelatenheid, onderwerping, losheid, ongegeneerdheid, vrijmoedigheid, afstand, berusting, verlating, verlatenheid, woestheid, afstaan, cessie, concessie, toegeving

Schwedisch

Detailübersetzungen für ensamhet (Schwedisch) ins Niederländisch

ensamhet:

ensamhet [-en] Nomen

ensamhet (enslighet; ödslighet)
de eenzaamheid; het isolement; afgezonderdheid; de verlatenheid
- eenzaamheid [de ~ (v)] Nomen
- isolement [het ~] Nomen
- afgezonderdheid [znw.] Nomen
- verlatenheid [de ~ (v)] Nomen
ensamhet
de eenzaamheid; eenzaam gevoel
- eenzaamheid [de ~ (v)] Nomen
- eenzaam gevoel [znw.] Nomen
ensamhet (isolering)
de vereenzaming
- vereenzaming [de ~ (v)] Nomen

Übersetzung Matrix für ensamhet:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
afgezonderdheid	ensamhet; enslighet; ödslighet
eenzaam gevoel	ensamhet
eenzaamheid	ensamhet; enslighet; ödslighet
isolement	ensamhet; enslighet; ödslighet
vereenzaming	ensamhet; isolering
verlatenheid	ensamhet; enslighet; ödslighet

Wiktionary Übersetzungen für ensamhet:

Cross Translation:

From	To	Via
• ensamhet	→ eenzaamheid	↔ solitude — state of being alone
• ensamhet	→ gelatenheid; onderwerping; eenzaamheid; losheid; ongegeneerdheid; vrijmoedigheid; afstand; berusting; verlating; verlatenheid; woestheid; afstaan; cessie; concessie; toegeving	↔ abandon — à trier