Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch: mehr Daten
-
zielloos:
- hårt; frånstötande; sträv; kärv; amper
Niederländisch
Detailübersetzungen für zielloos (Niederländisch) ins Schwedisch
zielloos:
-
zielloos (hardvochtig; emotieloos; gevoelloos; liefdeloos; ongevoelig; harteloos; hard)
hårt; frånstötande; sträv; kärv; amper-
hårt Adjektiv
-
frånstötande Adjektiv
-
sträv Adjektiv
-
kärv Adjektiv
-
amper Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für zielloos:
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
amper | emotieloos; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; liefdeloos; ongevoelig; zielloos | |
frånstötande | emotieloos; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; liefdeloos; ongevoelig; zielloos | afschuwelijk; afstotelijk; afstotelijk voor zintuigen; afstotend; afstotend voor zintuigen; ijzingwekkend; lelijk; misselijkmakend; ontzettend; schrikbarend; schrikwekkend; stotend; vreselijk; walgelijk; weerzinwekkend |
hårt | emotieloos; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; liefdeloos; ongevoelig; zielloos | erg; fel; gestreng; hard; hardhandig; hardvochtig; heftig; hevig; krachtig; niet toegevend; onbarmhartig; ongenadig; onzacht; pittig; ruw; straf; streng |
kärv | emotieloos; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; liefdeloos; ongevoelig; zielloos | bits; kattig; onvriendelijk; pinnig; snauwerig; snibbig; spinnig; vinnig |
sträv | emotieloos; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; liefdeloos; ongevoelig; zielloos | borstelig; stoppelig |