Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch: mehr Daten
- weggeven:
-
Wiktionary:
- weggeven → avleverera, leverera, lämna
Niederländisch
Detailübersetzungen für weggeven (Niederländisch) ins Schwedisch
weggeven:
-
weggeven (vergeven; wegschenken)
Konjugationen für weggeven:
o.t.t.
- geef weg
- geeft weg
- geeft weg
- geven weg
- geven weg
- geven weg
o.v.t.
- gaf weg
- gaf weg
- gaf weg
- gaven weg
- gaven weg
- gaven weg
v.t.t.
- heb weggegeven
- hebt weggegeven
- heeft weggegeven
- hebben weggegeven
- hebben weggegeven
- hebben weggegeven
v.v.t.
- had weggegeven
- had weggegeven
- had weggegeven
- hadden weggegeven
- hadden weggegeven
- hadden weggegeven
o.t.t.t.
- zal weggeven
- zult weggeven
- zal weggeven
- zullen weggeven
- zullen weggeven
- zullen weggeven
o.v.t.t.
- zou weggeven
- zou weggeven
- zou weggeven
- zouden weggeven
- zouden weggeven
- zouden weggeven
diversen
- geef weg!
- geeft weg!
- weggegeven
- weggevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für weggeven:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
ge bort | weggeven | donatie; gift; schenking |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
ge bort | vergeven; weggeven; wegschenken | |
- | geven; schenken |