Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Schwedisch ->übersetze verzonnen

übersetze verzonnen von Niederländische ins Schwedisch

Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. verzonnen:
  2. verzinnen:
  3. Wiktionary:

Niederländisch

Detailübersetzungen für verzonnen (Niederländisch) ins Schwedisch

verzonnen:

verzonnen Adjektiv

  1. verzonnen (fictief; denkbeeldig; gefingeerd; bedacht)
    påhittat; fingerad; uppdiktad; fiktivt; uppdiktat

Übersetzung Matrix für verzonnen:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fiktivt bedacht; denkbeeldig; fictief; gefingeerd; verzonnen denkbeeldig; fantastisch; illusoir; imaginair
fingerad bedacht; denkbeeldig; fictief; gefingeerd; verzonnen
påhittat bedacht; denkbeeldig; fictief; gefingeerd; verzonnen bedacht; denkbeeldig; fantastisch; gefabriceerd; gefantaseerd; illusoir; imaginair
uppdiktad bedacht; denkbeeldig; fictief; gefingeerd; verzonnen
uppdiktat bedacht; denkbeeldig; fictief; gefingeerd; verzonnen

verzinnen:

verzinnen Verb (verzin, verzint, verzon, verzonnen, verzonnen)

  1. verzinnen (bedenken; uitdenken; verdichten; fantaseren; voorwenden)
    uppfinna; konstruera; hitta på
    • uppfinna Verb (uppfinner, uppfann, uppfunnit)
    • konstruera Verb (konstruerar, konstruerade, konstruerat)
    • hitta på Verb (hittar på, hittade på, hittat på)
  2. verzinnen (plan beramen; bedenken; beramen; zinnen)
    plannera; göra planer
    • plannera Verb (plannerar, plannerade, plannerat)
    • göra planer Verb (gör planer, gjorde planer, gjort planer)

Konjugationen für verzinnen:

o.t.t.
  1. verzin
  2. verzint
  3. verzint
  4. verzinnen
  5. verzinnen
  6. verzinnen
o.v.t.
  1. verzon
  2. verzon
  3. verzon
  4. verzonnen
  5. verzonnen
  6. verzonnen
v.t.t.
  1. heb verzonnen
  2. hebt verzonnen
  3. heeft verzonnen
  4. hebben verzonnen
  5. hebben verzonnen
  6. hebben verzonnen
v.v.t.
  1. had verzonnen
  2. had verzonnen
  3. had verzonnen
  4. hadden verzonnen
  5. hadden verzonnen
  6. hadden verzonnen
o.t.t.t.
  1. zal verzinnen
  2. zult verzinnen
  3. zal verzinnen
  4. zullen verzinnen
  5. zullen verzinnen
  6. zullen verzinnen
o.v.t.t.
  1. zou verzinnen
  2. zou verzinnen
  3. zou verzinnen
  4. zouden verzinnen
  5. zouden verzinnen
  6. zouden verzinnen
diversen
  1. verzin!
  2. verzint!
  5. verzonnen
  6. verzinnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für verzinnen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
göra planer bedenken; beramen; plan beramen; verzinnen; zinnen
hitta på bedenken; fantaseren; uitdenken; verdichten; verzinnen; voorwenden achter komen; grimeren; uitvinden; voorjokken; voorliegen
konstruera bedenken; fantaseren; uitdenken; verdichten; verzinnen; voorwenden in het leven roepen; maken; ontwerpen; scheppen
plannera bedenken; beramen; plan beramen; verzinnen; zinnen
uppfinna bedenken; fantaseren; uitdenken; verdichten; verzinnen; voorwenden in het leven roepen; maken; scheppen; uitvinden
- bedenken

Synonyms for "verzinnen":


Verwandte Definitionen für "verzinnen":

  1. iets in je hoofd halen1
    • hij verzint altijd prachtige plannen1

Wiktionary Übersetzungen für verzinnen:

Cross Translation:
FromToVia
• verzinnen → mynta ↔ coin — to make up or invent, and establish
• verzinnen → tänka ut; uttänka ↔ erdenken — (transitiv) etwas ausdenken, sich etwas Neues einfallen lassen
• verzinnen → mynta ↔ forger — Inventer un mot, une expression







Kostenfreie, schnelle Übersetzungen

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Seite gezeigt in 0.0428 Sekunden
Seite aufgebaut in 1.0 Sekunden