Niederländisch
Detailübersetzungen für verworden (Niederländisch) ins Schwedisch
verworden:
-
verworden (degenereren; achteruitgaan; verderven)
-
verworden (ontaarden; degenereren; achteruitgaan; verderven)
Konjugationen für verworden:
o.t.t.
- verword
- verwordt
- verwordt
- verworden
- verworden
- verworden
o.v.t.
- verwerd
- verwerd
- verwerd
- verwerden
- verwerden
- verwerden
v.t.t.
- ben verworden
- bent verworden
- is verworden
- zijn verworden
- zijn verworden
- zijn verworden
v.v.t.
- was verworden
- was verworden
- was verworden
- waren verworden
- waren verworden
- waren verworden
o.t.t.t.
- zal verworden
- zult verworden
- zal verworden
- zullen verworden
- zullen verworden
- zullen verworden
o.v.t.t.
- zou verworden
- zou verworden
- zou verworden
- zouden verworden
- zouden verworden
- zouden verworden
diversen
- verword!
- verwordt!
- verworden
- verwordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für verworden:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
degenerera | gedegenereerde; ontaarde | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
degenerera | achteruitgaan; degenereren; ontaarden; verderven; verworden | verbasteren; vervormen |
urarta | achteruitgaan; degenereren; ontaarden; verderven; verworden | |
vansläktas | achteruitgaan; degenereren; ontaarden; verderven; verworden |