Übersicht
Niederländisch
Detailübersetzungen für verstoren (Niederländisch) ins Schwedisch
verstoren:
-
verstoren (vertoornen)
Konjugationen für verstoren:
o.t.t.
- verstoor
- verstoort
- verstoort
- verstoren
- verstoren
- verstoren
o.v.t.
- verstoorde
- verstoorde
- verstoorde
- verstoorden
- verstoorden
- verstoorden
v.t.t.
- heb verstoord
- hebt verstoord
- heeft verstoord
- hebben verstoord
- hebben verstoord
- hebben verstoord
v.v.t.
- had verstoord
- had verstoord
- had verstoord
- hadden verstoord
- hadden verstoord
- hadden verstoord
o.t.t.t.
- zal verstoren
- zult verstoren
- zal verstoren
- zullen verstoren
- zullen verstoren
- zullen verstoren
o.v.t.t.
- zou verstoren
- zou verstoren
- zou verstoren
- zouden verstoren
- zouden verstoren
- zouden verstoren
diversen
- verstoor!
- verstoort!
- verstoord
- verstorend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für verstoren:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
enervera | verstoren; vertoornen | nerveus maken |
störa | verstoren; vertoornen | ergeren; irriteren; ontrieven; op de zenuwen werken; tobben; vervelen |