Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. verondersteld:
  2. veronderstellen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für verondersteld (Niederländisch) ins Schwedisch

verondersteld:

verondersteld Adjektiv

  1. verondersteld (vermeend)
    antaget; låtsad

Übersetzung Matrix für verondersteld:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
antaget vermeend; verondersteld aangenomen; geadopteerd
låtsad vermeend; verondersteld geaffecteerd; gekunsteld; gemaakt; gewrongen; gezocht; onnatuurlijk

Wiktionary Übersetzungen für verondersteld:


Cross Translation:
FromToVia
verondersteld antagen; tvivelaktig; hypotetisk hypothétique — Qui reposer sur une hypothèse.

veronderstellen:

veronderstellen Verb (veronderstel, veronderstelt, veronderstelde, veronderstelden, verondersteld)

  1. veronderstellen (aannemen; uitgaan van)
    anta; förmoda
    • anta Verb (antar, antog, antagit)
    • förmoda Verb (förmodar, förmodade, förmodat)

Konjugationen für veronderstellen:

o.t.t.
  1. veronderstel
  2. veronderstelt
  3. veronderstelt
  4. veronderstellen
  5. veronderstellen
  6. veronderstellen
o.v.t.
  1. veronderstelde
  2. veronderstelde
  3. veronderstelde
  4. veronderstelden
  5. veronderstelden
  6. veronderstelden
v.t.t.
  1. heb verondersteld
  2. hebt verondersteld
  3. heeft verondersteld
  4. hebben verondersteld
  5. hebben verondersteld
  6. hebben verondersteld
v.v.t.
  1. had verondersteld
  2. had verondersteld
  3. had verondersteld
  4. hadden verondersteld
  5. hadden verondersteld
  6. hadden verondersteld
o.t.t.t.
  1. zal veronderstellen
  2. zult veronderstellen
  3. zal veronderstellen
  4. zullen veronderstellen
  5. zullen veronderstellen
  6. zullen veronderstellen
o.v.t.t.
  1. zou veronderstellen
  2. zou veronderstellen
  3. zou veronderstellen
  4. zouden veronderstellen
  5. zouden veronderstellen
  6. zouden veronderstellen
diversen
  1. veronderstel!
  2. veronderstelt!
  3. verondersteld
  4. veronderstellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

veronderstellen [znw.] Nomen

  1. veronderstellen

Übersetzung Matrix für veronderstellen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
förmoda vermoeden; veronderstelling
påståelse veronderstellen beweren
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
anta aannemen; uitgaan van; veronderstellen naar voren brengen; opperen; poneren; stellen
förmoda aannemen; uitgaan van; veronderstellen gissen; gissing maken; postuleren; raden; vooronderstellen

Wiktionary Übersetzungen für veronderstellen:


Cross Translation:
FromToVia
veronderstellen anta assume — to suppose to be true
veronderstellen gissa guess — to reach an unqualified conclusion
veronderstellen anta; förutsätta suppose — theorize; hypothesize
veronderstellen anta annehmen — eine Vermutung anstellen
veronderstellen anta supposer — Poser une chose pour établie (sens général)