Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. verknoeien:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für verknoeien (Niederländisch) ins Schwedisch

verknoeien:

verknoeien Verb (verknoei, verknoeit, verknoeide, verknoeiden, verknoeid)

  1. verknoeien (iets vergallen)
    förstöra; sabotera
    • förstöra Verb (förstör, förstörde, förstört)
    • sabotera Verb (saboterar, saboterade, saboterat)
  2. verknoeien (verpesten; bederven; stukmaken; )
    förstöra; röra till
    • förstöra Verb (förstör, förstörde, förstört)
    • röra till Verb (rör till, rörde till, rört till)
  3. verknoeien (vergallen; bederven; verpesten)
    skämma bort; förstöra; fördärva; spoliera
    • skämma bort Verb (skämmer bort, skämde bort, skämt bort)
    • förstöra Verb (förstör, förstörde, förstört)
    • fördärva Verb (fördärvar, fördärvade, fördärvat)
    • spoliera Verb (spolierar, spolierade, spolierat)
  4. verknoeien (verbeuzelen; verlummelen)
    kasta bort; slösa bort
    • kasta bort Verb (kastar bort, kastade bort, kastat bort)
    • slösa bort Verb (slösar bort, slösade bort, slösat bort)

Konjugationen für verknoeien:

o.t.t.
  1. verknoei
  2. verknoeit
  3. verknoeit
  4. verknoeien
  5. verknoeien
  6. verknoeien
o.v.t.
  1. verknoeide
  2. verknoeide
  3. verknoeide
  4. verknoeiden
  5. verknoeiden
  6. verknoeiden
v.t.t.
  1. heb verknoeid
  2. hebt verknoeid
  3. heeft verknoeid
  4. hebben verknoeid
  5. hebben verknoeid
  6. hebben verknoeid
v.v.t.
  1. had verknoeid
  2. had verknoeid
  3. had verknoeid
  4. hadden verknoeid
  5. hadden verknoeid
  6. hadden verknoeid
o.t.t.t.
  1. zal verknoeien
  2. zult verknoeien
  3. zal verknoeien
  4. zullen verknoeien
  5. zullen verknoeien
  6. zullen verknoeien
o.v.t.t.
  1. zou verknoeien
  2. zou verknoeien
  3. zou verknoeien
  4. zouden verknoeien
  5. zouden verknoeien
  6. zouden verknoeien
diversen
  1. verknoei!
  2. verknoeit!
  3. verknoeid
  4. verknoeiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für verknoeien:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
förstöra afbraak; sloop
kasta bort weggooien
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fördärva bederven; vergallen; verknoeien; verpesten iets bederven; verkankeren; verpesten
förstöra bederven; iets vergallen; stukmaken; verbroddelen; vergallen; verklungelen; verknallen; verknoeien; verpesten; verzieken 'n aframmeling geven; aantasten; aanvreten; afbreken; aframmelen; afrossen; bederven; beschadigen; breken; iets bederven; in elkaar rammen; in elkaar timmeren; liquideren; neerhalen; omverhalen; ontkrachten; ontzenuwen; ruineren; slopen; te gronde richten; uit elkaar halen; uitroeien; verdelgen; verkankeren; vernielen; vernietigen; verpesten; verwoesten; weerleggen
kasta bort verbeuzelen; verknoeien; verlummelen afdanken; afsmijten; afwerpen; ecarteren; verwijderen; weggooien; wegsmijten
röra till bederven; stukmaken; verbroddelen; verklungelen; verknallen; verknoeien; verpesten; verzieken droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen
sabotera iets vergallen; verknoeien doen mislukken; een stokje steken voor; saboteren; verijdelen
skämma bort bederven; vergallen; verknoeien; verpesten vertroetelen; verwennen
slösa bort verbeuzelen; verknoeien; verlummelen opmaken; potverteren; versjacheren
spoliera bederven; vergallen; verknoeien; verpesten
OtherVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
förstöra laten exploderen; opblazen
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fördärva bedorven; rot; rottig; slecht; vergaan; verrot

Wiktionary Übersetzungen für verknoeien:


Cross Translation:
FromToVia
verknoeien svärta ner; fördärva mar — to spoil, to damage