Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. verheimelijken:


Niederländisch

Detailübersetzungen für verheimelijken (Niederländisch) ins Schwedisch

verheimelijken:

verheimelijken Verb (verheimelijk, verheimelijkt, verheimelijkte, verheimelijkten, verheimelijkt)

  1. verheimelijken (verbergen; achterhouden; verhullen; )
    skyla; dölja; gömma; undertrycka
    • skyla Verb (skyler, skylde, skylt)
    • dölja Verb (döljer, dolde, dolt)
    • gömma Verb (gömmer, gömmde, gömmt)
    • undertrycka Verb (undertryckar, undertryckade, undertryckat)
  2. verheimelijken (verbergen; achterhouden; verstoppen; verduisteren; wegstoppen)
    gömma; dölja; avskärma; förtäcka
    • gömma Verb (gömmer, gömmde, gömmt)
    • dölja Verb (döljer, dolde, dolt)
    • avskärma Verb (avskärmer, avskärmde, avskärmt)
    • förtäcka Verb (förtäcker, förtäckte, förtäckt)

Konjugationen für verheimelijken:

o.t.t.
  1. verheimelijk
  2. verheimelijkt
  3. verheimelijkt
  4. verheimelijken
  5. verheimelijken
  6. verheimelijken
o.v.t.
  1. verheimelijkte
  2. verheimelijkte
  3. verheimelijkte
  4. verheimelijkten
  5. verheimelijkten
  6. verheimelijkten
v.t.t.
  1. heb verheimelijkt
  2. hebt verheimelijkt
  3. heeft verheimelijkt
  4. hebben verheimelijkt
  5. hebben verheimelijkt
  6. hebben verheimelijkt
v.v.t.
  1. had verheimelijkt
  2. had verheimelijkt
  3. had verheimelijkt
  4. hadden verheimelijkt
  5. hadden verheimelijkt
  6. hadden verheimelijkt
o.t.t.t.
  1. zal verheimelijken
  2. zult verheimelijken
  3. zal verheimelijken
  4. zullen verheimelijken
  5. zullen verheimelijken
  6. zullen verheimelijken
o.v.t.t.
  1. zou verheimelijken
  2. zou verheimelijken
  3. zou verheimelijken
  4. zouden verheimelijken
  5. zouden verheimelijken
  6. zouden verheimelijken
diversen
  1. verheimelijk!
  2. verheimelijkt!
  3. verheimelijkt
  4. verheimelijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für verheimelijken:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
avskärma achterhouden; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verstoppen; wegstoppen afschotten; afschutten
dölja achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen; wegstoppen achterhouden; bedekken; bekleden; bemantelen; camoufleren; hullen; in omgeving op laten gaan; inhullen; maskeren; omhullen; ontveinzen; ophopen; opkroppen; opstapelen; overtrekken; samenvouwen; verbergen; verbloemen; verhelen; verhullen; versluieren; verzwijgen
förtäcka achterhouden; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verstoppen; wegstoppen camoufleren; in omgeving op laten gaan
gömma achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen; wegstoppen bescherming zoeken; ontveinzen; schuilen; toevluchten; uitwijken; verschuilen; verstoppen; wegkruipen
skyla achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen bedekken; bemantelen; hullen; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren
undertrycka achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen bedwingen; beteugelen; de kop indrukken; in bedwang houden; onderdrukken; ophopen; opkroppen; opstapelen; terughouden; verdrukken
OtherVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
gömma bewaarplaats