Niederländisch
Detailübersetzungen für van zijn stuk raken (Niederländisch) ins Schwedisch
van zijn stuk raken:
van zijn stuk raken Verb (raak van zijn stuk, raakt van zijn stuk, raakte van zijn stuk, raakten van zijn stuk, van zijn stuk geraakt)
-
van zijn stuk raken (in de war raken; van de kaart raken)
Konjugationen für van zijn stuk raken:
o.t.t.
- raak van zijn stuk
- raakt van zijn stuk
- raakt van zijn stuk
- raken van zijn stuk
- raken van zijn stuk
- raken van zijn stuk
o.v.t.
- raakte van zijn stuk
- raakte van zijn stuk
- raakte van zijn stuk
- raakten van zijn stuk
- raakten van zijn stuk
- raakten van zijn stuk
v.t.t.
- ben van zijn stuk geraakt
- bent van zijn stuk geraakt
- is van zijn stuk geraakt
- zijn van zijn stuk geraakt
- zijn van zijn stuk geraakt
- zijn van zijn stuk geraakt
v.v.t.
- was van zijn stuk geraakt
- was van zijn stuk geraakt
- was van zijn stuk geraakt
- waren van zijn stuk geraakt
- waren van zijn stuk geraakt
- waren van zijn stuk geraakt
o.t.t.t.
- zal van zijn stuk raken
- zult van zijn stuk raken
- zal van zijn stuk raken
- zullen van zijn stuk raken
- zullen van zijn stuk raken
- zullen van zijn stuk raken
o.v.t.t.
- zou van zijn stuk raken
- zou van zijn stuk raken
- zou van zijn stuk raken
- zouden van zijn stuk raken
- zouden van zijn stuk raken
- zouden van zijn stuk raken
diversen
- raak van zijn stuk!
- raakt van zijn stuk!
- van zijn stuk geraakt
- van zijn stuk rakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für van zijn stuk raken:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
blanda ihop | in de war raken; van de kaart raken; van zijn stuk raken | door elkaar geraken; door elkaar raken; dooreengooien; dooreenwerpen; met elkaar verwarren; ontregelen; overhoophalen; verwisselen |