Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Schwedisch ->übersetze uitrukken

übersetze uitrukken von Niederländische ins Schwedisch

Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. uitrukken:

Niederländisch

Detailübersetzungen für uitrukken (Niederländisch) ins Schwedisch

uitrukken:

uitrukken Verb (ruk uit, rukt uit, rukte uit, rukten uit, uitgerukt)

  1. uitrukken (uitscheuren)
    riva ut
    • riva ut Verb (river ut, rev ut, rivit ut)

Konjugationen für uitrukken:

o.t.t.
  1. ruk uit
  2. rukt uit
  3. rukt uit
  4. rukken uit
  5. rukken uit
  6. rukken uit
o.v.t.
  1. rukte uit
  2. rukte uit
  3. rukte uit
  4. rukten uit
  5. rukten uit
  6. rukten uit
v.t.t.
  1. heb uitgerukt
  2. hebt uitgerukt
  3. heeft uitgerukt
  4. hebben uitgerukt
  5. hebben uitgerukt
  6. hebben uitgerukt
v.v.t.
  1. had uitgerukt
  2. had uitgerukt
  3. had uitgerukt
  4. hadden uitgerukt
  5. hadden uitgerukt
  6. hadden uitgerukt
o.t.t.t.
  1. zal uitrukken
  2. zult uitrukken
  3. zal uitrukken
  4. zullen uitrukken
  5. zullen uitrukken
  6. zullen uitrukken
o.v.t.t.
  1. zou uitrukken
  2. zou uitrukken
  3. zou uitrukken
  4. zouden uitrukken
  5. zouden uitrukken
  6. zouden uitrukken
en verder
  1. ben uitgerukt
  2. bent uitgerukt
  3. is uitgerukt
  4. zijn uitgerukt
  5. zijn uitgerukt
  6. zijn uitgerukt
diversen
  1. ruk uit!
  2. rukt uit!
  5. uitgerukt
  6. uitrukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für uitrukken:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
riva ut uitrukken; uitscheuren inscheuren; scheuren







Kostenfreie, schnelle Übersetzungen

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Seite gezeigt in 0.0164 Sekunden
Seite aufgebaut in 1.0 Sekunden