Übersicht
Niederländisch
Detailübersetzungen für toegedaan (Niederländisch) ins Schwedisch
toegedaan:
-
toegedaan
Übersetzung Matrix für toegedaan:
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
dedicerad | toegedaan | |
dedicerat | toegedaan | |
hängivet | toegedaan | toegewijd; verslaafd |
tillägnad | toegedaan | gericht |
tillägnat | toegedaan |
Verwandte Wörter für "toegedaan":
toedoen:
-
toedoen (dichtdoen; afsluiten; sluiten; toemaken)
-
toedoen (dichtdoen; sluiten; dichtmaken; toetrekken)
Konjugationen für toedoen:
o.t.t.
- doe toe
- doet toe
- doet toe
- doen toe
- doen toe
- doen toe
o.v.t.
- deed toe
- deed toe
- deed toe
- deden toe
- deden toe
- deden toe
v.t.t.
- heb toegedaan
- hebt toegedaan
- heeft toegedaan
- hebben toegedaan
- hebben toegedaan
- hebben toegedaan
v.v.t.
- had toegedaan
- had toegedaan
- had toegedaan
- hadden toegedaan
- hadden toegedaan
- hadden toegedaan
o.t.t.t.
- zal toedoen
- zult toedoen
- zal toedoen
- zullen toedoen
- zullen toedoen
- zullen toedoen
o.v.t.t.
- zou toedoen
- zou toedoen
- zou toedoen
- zouden toedoen
- zouden toedoen
- zouden toedoen
en verder
- ben toegedaan
- bent toegedaan
- is toegedaan
- zijn toegedaan
- zijn toegedaan
- zijn toegedaan
diversen
- doe toe!
- doet toe!
- toegedaan
- toedoend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für toedoen:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
göra | toedoen | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
bomma igen | afsluiten; dichtdoen; sluiten; toedoen; toemaken | |
dra till | dichtdoen; dichtmaken; sluiten; toedoen; toetrekken | aantrekken; dichtschroeven; dichttrekken; vastschroeven |
göra | doen; fabriceren; handelen; maken; produceren; uitrichten; uitvoeren; verrichten; vervaardigen; voortbrengen | |
sluta till | afsluiten; dichtdoen; sluiten; toedoen; toemaken | |
stänga | afsluiten; dichtdoen; dichtmaken; sluiten; toedoen; toemaken; toetrekken | afsluiten; dichtdoen; dichtgaan; dichtvallen; sluiten; toevallen; verwijderen; zich sluiten |
stänga till | dichtdoen; dichtmaken; sluiten; toedoen; toetrekken | dichtschroeven; vastschroeven |