Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. stilzetten:


Niederländisch

Detailübersetzungen für stilzetten (Niederländisch) ins Schwedisch

stilzetten:

stilzetten Verb (zet stil, zette stil, zetten stil, stilgezet)

  1. stilzetten (stoppen; afzetten; tot stilstand brengen)
    bringa till stillastående
  2. stilzetten
    frysa
    • frysa Verb (fryser, frös, frusit)

Konjugationen für stilzetten:

o.t.t.
  1. zet stil
  2. zet stil
  3. zet stil
  4. zetten stil
  5. zetten stil
  6. zetten stil
o.v.t.
  1. zette stil
  2. zette stil
  3. zette stil
  4. zetten stil
  5. zetten stil
  6. zetten stil
v.t.t.
  1. heb stilgezet
  2. hebt stilgezet
  3. heeft stilgezet
  4. hebben stilgezet
  5. hebben stilgezet
  6. hebben stilgezet
v.v.t.
  1. had stilgezet
  2. had stilgezet
  3. had stilgezet
  4. hadden stilgezet
  5. hadden stilgezet
  6. hadden stilgezet
o.t.t.t.
  1. zal stilzetten
  2. zult stilzetten
  3. zal stilzetten
  4. zullen stilzetten
  5. zullen stilzetten
  6. zullen stilzetten
o.v.t.t.
  1. zou stilzetten
  2. zou stilzetten
  3. zou stilzetten
  4. zouden stilzetten
  5. zouden stilzetten
  6. zouden stilzetten
en verder
  1. ben stilgezet
  2. bent stilgezet
  3. is stilgezet
  4. zijn stilgezet
  5. zijn stilgezet
  6. zijn stilgezet
diversen
  1. zet stil!
  2. zett stil!
  3. stilgezet
  4. stil zettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für stilzetten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bringa till stillastående afzetten; stilzetten; stoppen; tot stilstand brengen
frysa stilzetten bevriezen; invriezen; laten bevriezen; tot ijs worden; vriezen