Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. stigmatiseren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für stigmatiseren (Niederländisch) ins Schwedisch

stigmatiseren:

stigmatiseren Verb (stigmatiseer, stigmatiseert, stigmatiseerde, stigmatiseerden, gestigmatiseerd)

  1. stigmatiseren
    stigmatisera; brännmärka
    • stigmatisera Verb (stigmatiserar, stigmatiserade, stigmatiserat)
    • brännmärka Verb (brännmärker, brännmärkte, brännmärkt)

Konjugationen für stigmatiseren:

o.t.t.
  1. stigmatiseer
  2. stigmatiseert
  3. stigmatiseert
  4. stigmatiseren
  5. stigmatiseren
  6. stigmatiseren
o.v.t.
  1. stigmatiseerde
  2. stigmatiseerde
  3. stigmatiseerde
  4. stigmatiseerden
  5. stigmatiseerden
  6. stigmatiseerden
v.t.t.
  1. ben gestigmatiseerd
  2. bent gestigmatiseerd
  3. is gestigmatiseerd
  4. zijn gestigmatiseerd
  5. zijn gestigmatiseerd
  6. zijn gestigmatiseerd
v.v.t.
  1. was gestigmatiseerd
  2. was gestigmatiseerd
  3. was gestigmatiseerd
  4. waren gestigmatiseerd
  5. waren gestigmatiseerd
  6. waren gestigmatiseerd
o.t.t.t.
  1. zal stigmatiseren
  2. zult stigmatiseren
  3. zal stigmatiseren
  4. zullen stigmatiseren
  5. zullen stigmatiseren
  6. zullen stigmatiseren
o.v.t.t.
  1. zou stigmatiseren
  2. zou stigmatiseren
  3. zou stigmatiseren
  4. zouden stigmatiseren
  5. zouden stigmatiseren
  6. zouden stigmatiseren
diversen
  1. stigmatiseer!
  2. stigmatiseert!
  3. gestigmatiseerd
  4. stigmatiserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für stigmatiseren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
brännmärka stigmatiseren branden; brandmerken; inbranden; markeren; slecht voorstellen; van stigma's voorzien; verketteren
stigmatisera stigmatiseren schandmerken