Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. spullen:
  2. spul:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für spullen (Niederländisch) ins Schwedisch

spullen:

spullen [de ~] Nomen, Plural

  1. de spullen (dingen; zaakjes; zaken; goedje; waar)
    artiklar; grejor; saker

Übersetzung Matrix für spullen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
artiklar dingen; goedje; spullen; waar; zaakjes; zaken artikelen; koopwaar; lidwoorden; voorwerpen; waar
grejor dingen; goedje; spullen; waar; zaakjes; zaken bezittingen; eigendommen; goed; kleren
saker dingen; goedje; spullen; waar; zaakjes; zaken bezittingen; eigendommen

Verwandte Wörter für "spullen":


Verwandte Definitionen für "spullen":

  1. voorwerpen die je niet precies kunt of wilt noemen1
    • waar zijn de spullen van Viktor gebleven?1

spullen form of spul:

spul [het ~] Nomen

  1. het spul (goedje; materiaal)
    gods

Übersetzung Matrix für spul:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
gods goedje; materiaal; spul artikelen; belading; goederen; handelswaar; koopwaar; lading; last; riddergoed; voorwerpen; vracht; vrachtgoed; waar; waren

Verwandte Wörter für "spul":


Verwandte Definitionen für "spul":

  1. hoeveelheid van een stof die je niet precies wilt of kunt noemen1
    • hoe heet dat spul dat in de thermometer zit?1

Wiktionary Übersetzungen für spul:


Cross Translation:
FromToVia
spul manick; grunka; mojäng; mackapär; grej hickey — referring to an object whose name is unknown or cannot be recalled
spul väsen; substans; märg; kraft substance — philosophie|fr Ce qui subsister par soi-même, indépendamment de tout accident.

Computerübersetzung von Drittern: