Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. recht maken:


Niederländisch

Detailübersetzungen für recht maken (Niederländisch) ins Schwedisch

recht maken:

recht maken Verb (maak recht, maakt recht, maakte recht, maakten recht, recht gemaakt)

  1. recht maken
    räta; rätta till
    • räta Verb (rätar, rätade, rätat)
    • rätta till Verb (rättar till, rättade till, rättat till)

Konjugationen für recht maken:

o.t.t.
  1. maak recht
  2. maakt recht
  3. maakt recht
  4. maken recht
  5. maken recht
  6. maken recht
o.v.t.
  1. maakte recht
  2. maakte recht
  3. maakte recht
  4. maakten recht
  5. maakten recht
  6. maakten recht
v.t.t.
  1. heb recht gemaakt
  2. hebt recht gemaakt
  3. heeft recht gemaakt
  4. hebben recht gemaakt
  5. hebben recht gemaakt
  6. hebben recht gemaakt
v.v.t.
  1. had recht gemaakt
  2. had recht gemaakt
  3. had recht gemaakt
  4. hadden recht gemaakt
  5. hadden recht gemaakt
  6. hadden recht gemaakt
o.t.t.t.
  1. zal recht maken
  2. zult recht maken
  3. zal recht maken
  4. zullen recht maken
  5. zullen recht maken
  6. zullen recht maken
o.v.t.t.
  1. zou recht maken
  2. zou recht maken
  3. zou recht maken
  4. zouden recht maken
  5. zouden recht maken
  6. zouden recht maken
en verder
  1. is recht gemaakt
  2. zijn recht gemaakt
diversen
  1. maak recht!
  2. maakt recht!
  3. recht gemaakt
  4. recht makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für recht maken:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
räta recht maken
rätta till recht maken bijspijkeren; ding rechtzetten; goedmaken; inhalen; rechtzetten; rectificeren

Verwandte Übersetzungen für recht maken