Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. publiek:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für publiek (Niederländisch) ins Schwedisch

publiek:

publiek [het ~] Nomen

  1. het publiek (gehoor)
    åskådare; publik; åhörarskara

publiek Adjektiv

  1. publiek (openbaar)

Übersetzung Matrix für publiek:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
publik gehoor; publiek audiëntie
åhörarskara gehoor; publiek
åskådare gehoor; publiek deel van publiek; getuige; omstander; toekijker; toeschouwer
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- openbaar
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
offentlig openbaar; publiek
offentligt openbaar; publiek

Verwandte Wörter für "publiek":

  • publieks, publieke

Synonyms for "publiek":


Antonyme für "publiek":


Verwandte Definitionen für "publiek":

  1. mensen die ergens naar luisteren1
    • het publiek gaf de violist een warm applaus1
  2. waar iedereen in kan of aan mee kan doen1
    • dit postkantoor is een publiek gebouw1
  3. mensen voor wie je optreedt of voor wie je schrijft1
    • het boek is niet geschreven voor dit eenvoudige publiek1

Wiktionary Übersetzungen für publiek:

publiek
noun
  1. een groep toeschouwers
adjective
  1. wat het publiek aangaat

Cross Translation:
FromToVia
publiek offentlig; allmän public — pertaining to people as a whole
publiek publik public — Masse de gens non structurée

Verwandte Übersetzungen für publiek