Niederländisch
Detailübersetzungen für overwippen (Niederländisch) ins Schwedisch
overwippen:
-
overwippen (binnenwippen)
Konjugationen für overwippen:
o.t.t.
- wip over
- wipt over
- wipt over
- wippen over
- wippen over
- wippen over
o.v.t.
- wipte over
- wipte over
- wipte over
- wipten over
- wipten over
- wipten over
v.t.t.
- ben over gewipt
- bent over gewipt
- is over gewipt
- zijn over gewipt
- zijn over gewipt
- zijn over gewipt
v.v.t.
- was over gewipt
- was over gewipt
- was over gewipt
- waren over gewipt
- waren over gewipt
- waren over gewipt
o.t.t.t.
- zal overwippen
- zult overwippen
- zal overwippen
- zullen overwippen
- zullen overwippen
- zullen overwippen
o.v.t.t.
- zou overwippen
- zou overwippen
- zou overwippen
- zouden overwippen
- zouden overwippen
- zouden overwippen
diversen
- wip over!
- wipt over!
- over gewipt
- overwippend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für overwippen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
titta in | binnenwippen; overwippen | binnenkijken; binnenvallen; binnenzien; onverwachts langskomen |