Niederländisch
Detailübersetzungen für overschrijden (Niederländisch) ins Schwedisch
overschrijden:
-
overschrijden
Konjugationen für overschrijden:
o.t.t.
- overschrijd
- overschrijdt
- overschrijdt
- overschrijden
- overschrijden
- overschrijden
o.v.t.
- overschreed
- overschreed
- overschreed
- overschreden
- overschreden
- overschreden
v.t.t.
- heb overschreden
- hebt overschreden
- heeft overschreden
- hebben overschreden
- hebben overschreden
- hebben overschreden
v.v.t.
- had overschreden
- had overschreden
- had overschreden
- hadden overschreden
- hadden overschreden
- hadden overschreden
o.t.t.t.
- zal overschrijden
- zult overschrijden
- zal overschrijden
- zullen overschrijden
- zullen overschrijden
- zullen overschrijden
o.v.t.t.
- zou overschrijden
- zou overschrijden
- zou overschrijden
- zouden overschrijden
- zouden overschrijden
- zouden overschrijden
en verder
- is overschreden
- zijn overschreden
diversen
- overschrijd!
- overschrijdt!
- overschreden
- overschrijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für overschrijden:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
gå över | overlopen; oversteken; overtreffen | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
gå över | overschrijden | dwars oversteken; overgaan; overheen gaan |
korsa | overschrijden | overheen gaan; oversteken; verhinderen; verijdelen |