Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Schwedisch ->übersetze overschotten

übersetze overschotten von Niederländische ins Schwedisch

Übersicht

Niederländisch nach Schwedisch: mehr Daten

overschotten:
- överskott; behållningar
overschot:
- överskott; rester; återstoder; kvarstoder
Wiktionary:
- overschot → överskott, saldo

Niederländisch

Detailübersetzungen für overschotten (Niederländisch) ins Schwedisch

overschotten:

overschotten [de ~] Nomen, Plural

de overschotten (resten)
överskott; behållningar
- överskott [-ett] Nomen
- behållningar Nomen

Übersetzung Matrix für overschotten:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
behållningar	overschotten; resten
överskott	overschotten; resten	agio; baat; batige saldo's; exces; gewin; overdaad; overmaat; overschot; profijt; rest; surplus; teveel; winst
Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
överskott		netto

Verwandte Wörter für "overschotten":

overschot

overschotten form of overschot:

overschot [het ~] Nomen

het overschot (surplus; teveel; agio; rest; exces)
överskott
- överskott [-ett] Nomen
het overschot (het overgeblevene; overblijfsel; rest; restant; laatste rest)
rester; återstoder; kvarstoder
- rester Nomen
- återstoder Nomen
- kvarstoder Nomen

Übersetzung Matrix für overschot:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
kvarstoder	het overgeblevene; laatste rest; overblijfsel; overschot; rest; restant
rester	het overgeblevene; laatste rest; overblijfsel; overschot; rest; restant	bouwvallen; etensresten; klieken; kliekjes; ruïnes
återstoder	het overgeblevene; laatste rest; overblijfsel; overschot; rest; restant
överskott	agio; exces; overschot; rest; surplus; teveel	baat; batige saldo's; gewin; overdaad; overmaat; overschotten; profijt; resten; surplus; teveel; winst
Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
överskott		netto

Verwandte Wörter für "overschot":

overschotten

Wiktionary Übersetzungen für overschot:

Cross Translation:

From	To	Via
• overschot	→ överskott	↔ surplus — excess, overplus
• overschot	→ saldo	↔ reliquat — (term, Jurisprudence de Comptabilité et de Commerce) Ce qui rester dû après la clôture et l’arrêté d’un compte.
• overschot	→ saldo	↔ solde — (1)