Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch: mehr Daten
- opluchten:
-
Wiktionary:
- opluchten → göra lättare, underlätta
Niederländisch
Detailübersetzungen für opluchten (Niederländisch) ins Schwedisch
opluchten:
-
opluchten
Konjugationen für opluchten:
o.t.t.
- lucht op
- lucht op
- lucht op
- luchten op
- luchten op
- luchten op
o.v.t.
- luchtte op
- luchtte op
- luchtte op
- luchtten op
- luchtten op
- luchtten op
v.t.t.
- ben opgelucht
- bent opgelucht
- is opgelucht
- zijn opgelucht
- zijn opgelucht
- zijn opgelucht
v.v.t.
- was opgelucht
- was opgelucht
- was opgelucht
- waren opgelucht
- waren opgelucht
- waren opgelucht
o.t.t.t.
- zal opluchten
- zult opluchten
- zal opluchten
- zullen opluchten
- zullen opluchten
- zullen opluchten
o.v.t.t.
- zou opluchten
- zou opluchten
- zou opluchten
- zouden opluchten
- zouden opluchten
- zouden opluchten
diversen
- lucht op!
- lucht op!
- opgelucht
- opluchtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für opluchten:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
avlösa | opluchten | |
befria | opluchten | afhelpen; amnestie verlenen; banen; bevrijden; bevrijden van; detacheren; emanciperen; in vrijheid stellen; invrijheidstellen; laten gaan; laten lopen; loskrijgen; loslaten; losmaken; loswerken; niet vasthouden; scheiden; van de boeien ontdoen; verlossen; vrijlaten; vrijmaken; vrijvechten |
lindra | opluchten | bedaren; beschijnen; kalmeren; lenigen; lessen; stillen; sussen; tot kalmte manen; verlichten; vermurwen; vertederen; vervriendelijken; verzachten |
lugna | opluchten | bedaren; bemoedigen; doodzwijgen; geruststellen; kalmeren; ondersteunen; opbeuren; sussen; tot kalmte manen; troosten; vertroosten; volkomen negeren |
lätta | opluchten | beschijnen; lenigen; verlichten; verzachten |
Wiktionary Übersetzungen für opluchten:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• opluchten | → göra lättare; underlätta | ↔ erleichtern — psychischen Druck verringern oder beseitigen |