Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. onverlangd krijgen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für onverlangd krijgen (Niederländisch) ins Schwedisch

onverlangd krijgen:

onverlangd krijgen Verb

  1. onverlangd krijgen (oplopen; opdoen)
    ; finna; fatta; skaffa sig
    • Verb (får, fick, fått)
    • finna Verb (finner, fann, funnit)
    • fatta Verb (fattar, fattade, fattat)
    • skaffa sig Verb (skaffar sig, skaffade sig, skaffat sig)

Übersetzung Matrix für onverlangd krijgen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fatta onverlangd krijgen; opdoen; oplopen begrijpen; beseffen; buitmaken; doorzien; iets bemachtigen; inzien; met het verstand vatten; onderkennen; realiseren; snappen; te pakken krijgen; vangen; verkrijgen
finna onverlangd krijgen; opdoen; oplopen lokaliseren; menen; opsporen; traceren; van mening zijn; vinden
onverlangd krijgen; opdoen; oplopen believen; halen; moeten; mogen; pakken; willen
skaffa sig onverlangd krijgen; opdoen; oplopen
OtherVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
weinig
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
luttel; weinig

Verwandte Übersetzungen für onverlangd krijgen