Übersicht
Niederländisch
Detailübersetzungen für onnozelheid (Niederländisch) ins Schwedisch
onnozelheid:
-
de onnozelheid (naïviteit; simpelheid; kinderlijkheid; naïveteit)
Übersetzung Matrix für onnozelheid:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
dumhet | kinderlijkheid; naïveteit; naïviteit; onnozelheid; simpelheid | blunder; concentratie; dichtheid; enormiteit; flater; malheid; onbenulligheid; onwetendheid; stompzinnigheid |
enfald | kinderlijkheid; naïveteit; naïviteit; onnozelheid; simpelheid | onbenulligheid; onwetendheid; stompzinnigheid |
naivitet | kinderlijkheid; naïveteit; naïviteit; onnozelheid; simpelheid | argeloosheid; goedgelovigheid; lichtgelovigheid; naïveteit; naïviteit; onbedorvenheid; onschuld |
Verwandte Wörter für "onnozelheid":
onnozel:
-
onnozel (stompzinnig; dom; verstandeloos; achterlijk; afgestompt; breinloos; onverstandig; hersenloos; geesteloos; idioot; onbenullig; stupide)
tjockskalligt; dum; trög; trögt; dumt-
tjockskalligt Adjektiv
-
dum Adjektiv
-
trög Adjektiv
-
trögt Adjektiv
-
dumt Adjektiv
-
-
onnozel (naief)
-
onnozel (leeghoofdig; onbenullig)