Niederländisch
Detailübersetzungen für manierlijk (Niederländisch) ins Schwedisch
manierlijk:
-
manierlijk (decent; fatsoenlijk; netjes; eerbaar; welvoeglijk)
anständig; tillbörligt; anständigt; ärbar; ärbart-
anständig Adjektiv
-
tillbörligt Adjektiv
-
anständigt Adjektiv
-
ärbar Adjektiv
-
ärbart Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für manierlijk:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
anständig | beleefdheid; betamelijkheid | |
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
anständig | decent; eerbaar; fatsoenlijk; manierlijk; netjes; welvoeglijk | |
anständigt | decent; eerbaar; fatsoenlijk; manierlijk; netjes; welvoeglijk | |
tillbörligt | decent; eerbaar; fatsoenlijk; manierlijk; netjes; welvoeglijk | adequaat; gepast; geschikt; juist; passend; voegzaam |
ärbar | decent; eerbaar; fatsoenlijk; manierlijk; netjes; welvoeglijk | edelachtbaar; gekuist; kuis |
ärbart | decent; eerbaar; fatsoenlijk; manierlijk; netjes; welvoeglijk | edelachtbaar; eerbaar; eerzaam; gekuist; keurig; kies; kuis; respectabel |