Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Schwedisch ->übersetze kuipen

übersetze kuipen von Niederländische ins Schwedisch

Übersicht

Niederländisch nach Schwedisch: mehr Daten

kuipen:
- stämpla; intrigera
- balja
kuip:
- hink; fat; tvättbalja
Wiktionary:
- kuip → kar, skål, stop, så, urna

Niederländisch

Detailübersetzungen für kuipen (Niederländisch) ins Schwedisch

kuipen:

kuipen Verb (kuip, kuipt, kuipte, kuipten, gekuipt)

kuipen (konkelen; intrigeren)
stämpla; intrigera
- stämpla Verb (stämplar, stämplade, stämplat)
- intrigera Verb (intrigerar, intrigerade, intrigerat)

Konjugationen für kuipen:

o.t.t.

kuip
kuipt
kuipt
kuipen
kuipen
kuipen

o.v.t.

kuipte
kuipte
kuipte
kuipten
kuipten
kuipten

v.t.t.

heb gekuipt
hebt gekuipt
heeft gekuipt
hebben gekuipt
hebben gekuipt
hebben gekuipt

v.v.t.

had gekuipt
had gekuipt
had gekuipt
hadden gekuipt
hadden gekuipt
hadden gekuipt

o.t.t.t.

zal kuipen
zult kuipen
zal kuipen
zullen kuipen
zullen kuipen
zullen kuipen

o.v.t.t.

zou kuipen
zou kuipen
zou kuipen
zouden kuipen
zouden kuipen
zouden kuipen

en verder

is gekuipt
zijn gekuipt

diversen

kuip!
kuipt!
gekuipt
kuipend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

kuipen [de ~] Nomen, Plural

de kuipen (barrels)
balja
- balja [-en] Nomen

Übersetzung Matrix für kuipen:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
balja	barrels; kuipen	teiltje
intrigera		komplotteren; samenzweren
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
intrigera	intrigeren; konkelen; kuipen
stämpla	intrigeren; konkelen; kuipen	afstempelen; beplakken; keurmerken; slecht voorstellen; stempel drukken op; stempel opdrukken; stempel zetten; stempelen; steun trekken; uitkering krijgen; verketteren

Verwandte Wörter für "kuipen":

kuip

kuipen form of kuip:

kuip [de ~] Nomen

de kuip (vat; barrel; ton; fust; bak; emmer; pot; teil)
hink; fat
- hink [-en] Nomen
- fat [-ett] Nomen
de kuip (waskuip; tobbe)
tvättbalja
- tvättbalja Nomen

Übersetzung Matrix für kuip:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
fat	bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat	bassin; bekken; theeschoteltje; waterbekken
hink	bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat	schepemmers
tvättbalja	kuip; tobbe; waskuip

Verwandte Wörter für "kuip":

kuipen, kuipje, kuipjes

Wiktionary Übersetzungen für kuip:

Cross Translation:

From	To	Via
• kuip	→ kar	↔ Bottich — groß Gefäß, das oben weit offen ist und Flüssigkeit fassen kann
• kuip	→ skål; stop; så; urna; kar	↔ baquet — Petit cuvier de bois qui a les bords assez bas.
• kuip	→ kar	↔ bassine — Sorte de bassin large et profond dont on se sert pour y faire chauffer, bouillir, fondre, etc., diverses substances.
• kuip	→ kar	↔ cuve — Grand récipient de bois ou de maçonnerie dont on se sert ordinairement pour fouler la vendange ou pour y laisser fermenter le vin nouveau avec la grappe, pour faire de la bière et pour divers autres usages.