Niederländisch
Detailübersetzungen für invreten (Niederländisch) ins Schwedisch
invreten:
-
invreten (inbijten)
Konjugationen für invreten:
o.t.t.
- vreet in
- vreet in
- vreet in
- vreten in
- vreten in
- vreten in
o.v.t.
- vrat in
- vrat in
- vrat in
- vraten in
- vraten in
- vraten in
v.t.t.
- heb ingevreten
- hebt ingevreten
- heeft ingevreten
- hebben ingevreten
- hebben ingevreten
- hebben ingevreten
v.v.t.
- had ingevreten
- had ingevreten
- had ingevreten
- hadden ingevreten
- hadden ingevreten
- hadden ingevreten
o.t.t.t.
- zal invreten
- zult invreten
- zal invreten
- zullen invreten
- zullen invreten
- zullen invreten
o.v.t.t.
- zou invreten
- zou invreten
- zou invreten
- zouden invreten
- zouden invreten
- zouden invreten
en verder
- is ingevreten
diversen
- vreet in!
- vreet in!
- ingevreten
- invretend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für invreten:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
angripa | inbijten; invreten | aanranden; aanvallen; attaqueren; bestormen; iets bemachtigen; overvallen; te pakken krijgen; verkrijgen; vrouw aanranden |
erodera | inbijten; invreten | eroderen; wegvreten |
gröpa ur | inbijten; invreten | uithollen |
äta sig in i | inbijten; invreten |
Computerübersetzung von Drittern: