Niederländisch
Detailübersetzungen für ingieten (Niederländisch) ins Schwedisch
ingieten:
-
ingieten
Konjugationen für ingieten:
o.t.t.
- giet in
- giet in
- giet in
- gieten in
- gieten in
- gieten in
o.v.t.
- goot in
- goot in
- goot in
- goten in
- goten in
- goten in
v.t.t.
- heb ingegoten
- hebt ingegoten
- heeft ingegoten
- hebben ingegoten
- hebben ingegoten
- hebben ingegoten
v.v.t.
- had ingegoten
- had ingegoten
- had ingegoten
- hadden ingegoten
- hadden ingegoten
- hadden ingegoten
o.t.t.t.
- zal ingieten
- zult ingieten
- zal ingieten
- zullen ingieten
- zullen ingieten
- zullen ingieten
o.v.t.t.
- zou ingieten
- zou ingieten
- zou ingieten
- zouden ingieten
- zouden ingieten
- zouden ingieten
en verder
- ben ingegoten
- bent inggegoten
- is ingegoten
- zijn ingegoten
- zijn ingegoten
- zijn ingegoten
diversen
- giet in!
- giet in!
- ingegoten
- ingietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für ingieten:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
hälla upp | ingieten | |
slå i | ingieten | |
slå upp | ingieten | iets opzoeken; nazoeken |