Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. hopen:
  2. hop:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für hopen (Niederländisch) ins Schwedisch

hopen:

hopen Verb (hoop, hoopt, hoopte, hoopten, gehoopt)

  1. hopen (van hoop vervuld zijn; spinzen; verlangen)
    hoppas; tråna; tråna efter
    • hoppas Verb (hoppar, hoppade, hoppat)
    • tråna Verb (trånar, trånade, trånat)
    • tråna efter Verb (trånar efter, trånade efter, trånat efter)
  2. hopen (op hopen zetten)
    hoppas
    • hoppas Verb (hoppar, hoppade, hoppat)
  3. hopen (opeenhopen; accumuleren)
    anhopa; samla ihop; samla på hög
    • anhopa Verb (anhopar, anhopade, anhopat)
    • samla ihop Verb (samlar ihop, samlade ihop, samlat ihop)
    • samla på hög Verb (samlar på hög, samlade på hög, samlat på hög)

Konjugationen für hopen:

o.t.t.
  1. hoop
  2. hoopt
  3. hoopt
  4. hopen
  5. hopen
  6. hopen
o.v.t.
  1. hoopte
  2. hoopte
  3. hoopte
  4. hoopten
  5. hoopten
  6. hoopten
v.t.t.
  1. heb gehoopt
  2. hebt gehoopt
  3. heeft gehoopt
  4. hebben gehoopt
  5. hebben gehoopt
  6. hebben gehoopt
v.v.t.
  1. had gehoopt
  2. had gehoopt
  3. had gehoopt
  4. hadden gehoopt
  5. hadden gehoopt
  6. hadden gehoopt
o.t.t.t.
  1. zal hopen
  2. zult hopen
  3. zal hopen
  4. zullen hopen
  5. zullen hopen
  6. zullen hopen
o.v.t.t.
  1. zou hopen
  2. zou hopen
  3. zou hopen
  4. zouden hopen
  5. zouden hopen
  6. zouden hopen
diversen
  1. hoop!
  2. hoopt!
  3. gehoopt
  4. hopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

hopen [de ~] Nomen, Plural

  1. de hopen (stapels)
    högar

Übersetzung Matrix für hopen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
högar hopen; stapels bolus
samla ihop samenkomen
samla på hög ophopen; stapelen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
anhopa accumuleren; hopen; opeenhopen
hoppas hopen; op hopen zetten; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen
samla ihop accumuleren; hopen; opeenhopen bij elkaar brengen; bij elkaar vegen; bijeenbrengen; bijeenzamelen; concentreren; opeenhopen; oppakken; oppikken; oppotten; oprapen; opsnappen; samenbrengen; samenscholen; sparen; vergaren; verzamelen
samla på hög accumuleren; hopen; opeenhopen
tråna hopen; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen kwijnen; kwijnend verlangen; smachten; snakken; verkwijnen; wegkwijnen
tråna efter hopen; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen

Verwandte Wörter für "hopen":


Verwandte Definitionen für "hopen":

  1. graag willen dat het gebeurt1
    • ik hoop dat je komt1

Wiktionary Übersetzungen für hopen:

hopen
verb
  1. wensen, graag zien dat er iets wel of niet voorvalt

Cross Translation:
FromToVia
hopen hoppas hope — to want something to happen, with expectation that it might
hopen hoppas hoffen — zuversichtlich erwarten, in die Zukunft vertrauen
hopen hoppas espérer — (vieilli) soutenu|fr ou Acadie|fr (transitive) attendre la venue de quelqu’un.
hopen hoppas; önska souhaiterformer un souhait.

hop:

hop [de ~ (m)] Nomen

  1. de hop (bierhop)
    skutt; hopp

hop [de ~ (m)] Nomen

  1. de hop

Übersetzung Matrix für hop:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
hopp bierhop; hop afwachting; hoop; sprongen; verwachting
skutt bierhop; hop
OtherVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
humle hop

Verwandte Wörter für "hop":


Wiktionary Übersetzungen für hop:


Cross Translation:
FromToVia
hop humle HopfenBotanik: der echte Hopfen, eine 5 m hohe Kletterpflanze, dient als Bitterstoff-Erzeuger in der Bierbrauerei
hop härfågel WiedehopfOrnithologie: höhlenbrütender Vogel mit langem Schnabel und großer Federhaube

Verwandte Übersetzungen für hopen