Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. harteloos:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für harteloos (Niederländisch) ins Schwedisch

harteloos:

harteloos Adjektiv

  1. harteloos (hardvochtig; emotieloos; gevoelloos; )
    hårt; frånstötande; sträv; kärv; amper

Übersetzung Matrix für harteloos:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
amper emotieloos; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; liefdeloos; ongevoelig; zielloos
frånstötande emotieloos; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; liefdeloos; ongevoelig; zielloos afschuwelijk; afstotelijk; afstotelijk voor zintuigen; afstotend; afstotend voor zintuigen; ijzingwekkend; lelijk; misselijkmakend; ontzettend; schrikbarend; schrikwekkend; stotend; vreselijk; walgelijk; weerzinwekkend
hårt emotieloos; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; liefdeloos; ongevoelig; zielloos erg; fel; gestreng; hard; hardhandig; hardvochtig; heftig; hevig; krachtig; niet toegevend; onbarmhartig; ongenadig; onzacht; pittig; ruw; straf; streng
kärv emotieloos; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; liefdeloos; ongevoelig; zielloos bits; kattig; onvriendelijk; pinnig; snauwerig; snibbig; spinnig; vinnig
sträv emotieloos; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; liefdeloos; ongevoelig; zielloos borstelig; stoppelig

Verwandte Wörter für "harteloos":

  • harteloosheid

Verwandte Definitionen für "harteloos":

  1. zonder gevoel of medelijden1
    • wat een harteloze daad om zo'n bejaarde man te beroven1

Wiktionary Übersetzungen für harteloos:


Cross Translation:
FromToVia
harteloos hjärtlös; känslokall; känslolös callous — emotionally hardened