Niederländisch
Detailübersetzungen für gepensioneerd (Niederländisch) ins Schwedisch
gepensioneerd:
-
gepensioneerd (gewezen; rustend)
pensionerat; tillbakadragen; tillbakadraget-
pensionerat Adjektiv
-
tillbakadragen Adjektiv
-
tillbakadraget Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für gepensioneerd:
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
pensionerat | gepensioneerd; gewezen; rustend | gewezen; met emeritaat; rustend |
tillbakadragen | gepensioneerd; gewezen; rustend | alleenlevend; bedeesd; beschroomd; bleu; kopschuw; schroomvallig; schuchter; schuw; solitair; timide; verlegen |
tillbakadraget | gepensioneerd; gewezen; rustend | kopschuw; schuw |
pensioneren:
-
pensioneren
Konjugationen für pensioneren:
o.t.t.
- pensioneer
- pensioneert
- pensioneert
- pensioneren
- pensioneren
- pensioneren
o.v.t.
- pensioneerde
- pensioneerde
- pensioneerde
- pensioneerden
- pensioneerden
- pensioneerden
v.t.t.
- ben gepensioneerd
- bent gepensioneerd
- is gepensioneerd
- zijn gepensioneerd
- zijn gepensioneerd
- zijn gepensioneerd
v.v.t.
- was gepensioneerd
- was gepensioneerd
- was gepensioneerd
- waren gepensioneerd
- waren gepensioneerd
- waren gepensioneerd
o.t.t.t.
- zal pensioneren
- zult pensioneren
- zal pensioneren
- zullen pensioneren
- zullen pensioneren
- zullen pensioneren
o.v.t.t.
- zou pensioneren
- zou pensioneren
- zou pensioneren
- zouden pensioneren
- zouden pensioneren
- zouden pensioneren
diversen
- pensioneer!
- pensioneert!
- gepensioneerd
- pensionerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für pensioneren:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
pensionera | pensioneren |