Übersicht
Niederländisch
Detailübersetzungen für gelimiteerd (Niederländisch) ins Schwedisch
gelimiteerd:
-
gelimiteerd (beperkt; geborneerd)
Übersetzung Matrix für gelimiteerd:
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
begränsad | beperkt; geborneerd; gelimiteerd | begrensd; beperkt; ingeperkt |
begränsat | beperkt; geborneerd; gelimiteerd | aan een kant beschrijfbaar; begrensd; beperkt; eenzijdig; ingeperkt |
limiterat | beperkt; geborneerd; gelimiteerd | begrensd; beperkt |
limiteren:
-
limiteren (beperken; inkapselen; inperken; indammen)
Konjugationen für limiteren:
o.t.t.
- limiteer
- limiteert
- limiteert
- limiteren
- limiteren
- limiteren
o.v.t.
- limiteerde
- limiteerde
- limiteerde
- limiteerden
- limiteerden
- limiteerden
v.t.t.
- heb gelimiteerd
- hebt gelimiteerd
- heeft gelimiteerd
- hebben gelimiteerd
- hebben gelimiteerd
- hebben gelimiteerd
v.v.t.
- had gelimiteerd
- had gelimiteerd
- had gelimiteerd
- hadden gelimiteerd
- hadden gelimiteerd
- hadden gelimiteerd
o.t.t.t.
- zal limiteren
- zult limiteren
- zal limiteren
- zullen limiteren
- zullen limiteren
- zullen limiteren
o.v.t.t.
- zou limiteren
- zou limiteren
- zou limiteren
- zouden limiteren
- zouden limiteren
- zouden limiteren
diversen
- limiteer!
- limiteert!
- gelimiteerd
- limiterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für limiteren:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
begränsa | beperken; indammen; inkapselen; inperken; limiteren | afbakenen; afgrenzen; afpalen; afzetten; begrenzen; beknotten; beperken; dempen; inperken; matigen; omlijnen; temperen; van grenzen voorzien; zich matigen |
inskränka | beperken; indammen; inkapselen; inperken; limiteren | beknotten; beperken; dempen; inperken; matigen; temperen; zich matigen |