Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. gelijkrichten:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gelijkrichten (Niederländisch) ins Schwedisch

gelijkrichten:

gelijkrichten Verb (richt gelijk, richtte gelijk, richtten gelijk, gelijkgericht)

  1. gelijkrichten
    bringa i rät linje

Konjugationen für gelijkrichten:

o.t.t.
  1. richt gelijk
  2. richt gelijk
  3. richt gelijk
  4. richten gelijk
  5. richten gelijk
  6. richten gelijk
o.v.t.
  1. richtte gelijk
  2. richtte gelijk
  3. richtte gelijk
  4. richtten gelijk
  5. richtten gelijk
  6. richtten gelijk
v.t.t.
  1. ben gelijkgericht
  2. bent gelijkgericht
  3. is gelijkgericht
  4. zijn gelijkgericht
  5. zijn gelijkgericht
  6. zijn gelijkgericht
v.v.t.
  1. was gelijkgericht
  2. was gelijkgericht
  3. was gelijkgericht
  4. waren gelijkgericht
  5. waren gelijkgericht
  6. waren gelijkgericht
o.t.t.t.
  1. zal gelijkrichten
  2. zult gelijkrichten
  3. zal gelijkrichten
  4. zullen gelijkrichten
  5. zullen gelijkrichten
  6. zullen gelijkrichten
o.v.t.t.
  1. zou gelijkrichten
  2. zou gelijkrichten
  3. zou gelijkrichten
  4. zouden gelijkrichten
  5. zouden gelijkrichten
  6. zouden gelijkrichten
diversen
  1. richt gelijk!
  2. richt gelijk!
  3. gelijkgericht
  4. gelijkrichtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für gelijkrichten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bringa i rät linje gelijkrichten