Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. erger worden:


Niederländisch

Detailübersetzungen für erger worden (Niederländisch) ins Schwedisch

erger worden:

erger worden Verb (word erger, wordt erger, werd erger, werden erger, erger geworden)

  1. erger worden (verslechteren)
    försämras; bli värre; bli sämre
    • försämras Verb (försämras, försämrades, försämrats)
    • bli värre Verb (blir värre, blev värre, blivit värre)
    • bli sämre Verb (blir sämre, blev sämre, blivit sämre)

Konjugationen für erger worden:

o.t.t.
  1. word erger
  2. wordt erger
  3. wordt erger
  4. worden erger
  5. worden erger
  6. worden erger
o.v.t.
  1. werd erger
  2. werd erger
  3. werd erger
  4. werden erger
  5. werden erger
  6. werden erger
v.t.t.
  1. ben erger geworden
  2. bent erger geworden
  3. is erger geworden
  4. zijn erger geworden
  5. zijn erger geworden
  6. zijn erger geworden
v.v.t.
  1. was erger geworden
  2. was erger geworden
  3. was erger geworden
  4. waren erger geworden
  5. waren erger geworden
  6. waren erger geworden
o.t.t.t.
  1. zal erger worden
  2. zult erger worden
  3. zal erger worden
  4. zullen erger worden
  5. zullen erger worden
  6. zullen erger worden
o.v.t.t.
  1. zou erger worden
  2. zou erger worden
  3. zou erger worden
  4. zouden erger worden
  5. zouden erger worden
  6. zouden erger worden
diversen
  1. word erger!
  2. wordt erger!
  3. erger geworden
  4. erger wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für erger worden:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bli sämre erger worden; verslechteren
bli värre erger worden; verslechteren
försämras erger worden; verslechteren afrotten; tanen

Verwandte Übersetzungen für erger worden