Niederländisch
Detailübersetzungen für er tussenuit knijpen (Niederländisch) ins Schwedisch
er tussenuit knijpen:
er tussenuit knijpen Verb (knijp er tussenuit, knijpt er tussenuit, kneep er tussenuit, knepen er tussenuit, tussenuit geknepen)
-
er tussenuit knijpen (er vandoor gaan)
Konjugationen für er tussenuit knijpen:
o.t.t.
- knijp er tussenuit
- knijpt er tussenuit
- knijpt er tussenuit
- knijpen er tussenuit
- knijpen er tussenuit
- knijpen er tussenuit
o.v.t.
- kneep er tussenuit
- kneep er tussenuit
- kneep er tussenuit
- knepen er tussenuit
- knepen er tussenuit
- knepen er tussenuit
v.t.t.
- ben tussenuit geknepen
- bent tussenuit geknepen
- is tussenuit geknepen
- zijn tussenuit geknepen
- zijn tussenuit geknepen
- zijn tussenuit geknepen
v.v.t.
- was tussenuit geknepen
- was tussenuit geknepen
- was tussenuit geknepen
- waren tussenuit geknepen
- waren tussenuit geknepen
- waren tussenuit geknepen
o.t.t.t.
- zal er tussenuit knijpen
- zult er tussenuit knijpen
- zal er tussenuit knijpen
- zullen er tussenuit knijpen
- zullen er tussenuit knijpen
- zullen er tussenuit knijpen
o.v.t.t.
- zou er tussenuit knijpen
- zou er tussenuit knijpen
- zou er tussenuit knijpen
- zouden er tussenuit knijpen
- zouden er tussenuit knijpen
- zouden er tussenuit knijpen
diversen
- knijp er tussenuit!
- knijpt er tussenuit!
- tussenuit geknepen
- tussenuit knijpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für er tussenuit knijpen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
försvinna | er tussenuit knijpen; er vandoor gaan | bekijken; dood kunnen vallen; inrukken; opdonderen; ophoepelen; opkrassen; oplazeren; verdwijnen; vervluchtigen; wegslinken; zoekraken |
hastigt dra iväg | er tussenuit knijpen; er vandoor gaan | |
schappa | er tussenuit knijpen; er vandoor gaan |