Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch: mehr Daten
- draaien om:
- omdraaien:
-
Wiktionary:
- omdraaien → vrida, vända, blanda, sammanblanda
Niederländisch
Detailübersetzungen für draaien om (Niederländisch) ins Schwedisch
draaien om:
-
draaien om (omcirkelen)
Konjugationen für draaien om:
o.t.t.
- draai om
- draait om
- draait om
- draaien om
- draaien om
- draaien om
o.v.t.
- draaide om
- draaide om
- draaide om
- draaiden om
- draaiden om
- draaiden om
v.t.t.
- heb gedraaid om
- hebt gedraaid om
- heeft gedraaid om
- hebben gedraaid om
- hebben gedraaid om
- hebben gedraaid om
v.v.t.
- had gedraaid om
- had gedraaid om
- had gedraaid om
- hadden gedraaid om
- hadden gedraaid om
- hadden gedraaid om
o.t.t.t.
- zal draaien om
- zult draaien om
- zal draaien om
- zullen draaien om
- zullen draaien om
- zullen draaien om
o.v.t.t.
- zou draaien om
- zou draaien om
- zou draaien om
- zouden draaien om
- zouden draaien om
- zouden draaien om
diversen
- draai om!
- draait om!
- gedraaid om
- draaiend om
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für draaien om:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
cirkla | draaien om; omcirkelen | cirkelen; in kringetjes ronddraaien; kringelen; omheenrijden |
kretsa runt | draaien om; omcirkelen |
omdraaien:
Konjugationen für omdraaien:
o.t.t.
- draai om
- draait om
- draait om
- draaien om
- draaien om
- draaien om
o.v.t.
- draaide om
- draaide om
- draaide om
- draaiden om
- draaiden om
- draaiden om
v.t.t.
- ben omgedraaid
- bent omgedraaid
- is omgedraaid
- zijn omgedraaid
- zijn omgedraaid
- zijn omgedraaid
v.v.t.
- was omgedraaid
- was omgedraaid
- was omgedraaid
- waren omgedraaid
- waren omgedraaid
- waren omgedraaid
o.t.t.t.
- zal omdraaien
- zult omdraaien
- zal omdraaien
- zullen omdraaien
- zullen omdraaien
- zullen omdraaien
o.v.t.t.
- zou omdraaien
- zou omdraaien
- zou omdraaien
- zouden omdraaien
- zouden omdraaien
- zouden omdraaien
en verder
- heb omgedraaid
- hebt omgedraaid
- heeft omgedraaid
- hebben omgedraaid
- hebben omgedraaid
- hebben omgedraaid
diversen
- draai om!
- draait om!
- omgedraaid
- omdraaiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für omdraaien:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
vrida | draaien; keren; omdraaien; wenden | wrikken; zich wringen |
vända sig om | draaien; keren; omdraaien; wenden | |
- | keren; omkeren |
Verwandte Wörter für "omdraaien":
Synonyms for "omdraaien":
Verwandte Definitionen für "omdraaien":
Wiktionary Übersetzungen für omdraaien:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• omdraaien | → vrida; vända; blanda; sammanblanda | ↔ retourner — aller de nouveau en un lieu. |