Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. deugdelijk:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für deugdelijk (Niederländisch) ins Schwedisch

deugdelijk:

deugdelijk Adjektiv

  1. deugdelijk (betrouwbaar; degelijk)
    solitt; säkert; solid; gediget; rättskaffens; pålitlig; pålitligt
  2. deugdelijk (van goede hoedanigheid; gedegen; degelijk)
    pålitlig; sunt; pålitligt
  3. deugdelijk (probaat; beproefd)
    beprövad; effektiv; verksamt; effektivt

Übersetzung Matrix für deugdelijk:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
effektiv beproefd; deugdelijk; probaat competent; daadwerkelijk; deskundig; doelmatig; doeltreffend; effectief; efficiënt; krachtig; met een krachtige uitwerking; metterdaad; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
beprövad beproefd; deugdelijk; probaat ervaren
effektivt beproefd; deugdelijk; probaat competent; daadwerkelijk; deskundig; doelmatig; doeltreffend; effectief; efficiënt; krachtig; met een krachtige uitwerking; metterdaad; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig
gediget betrouwbaar; degelijk; deugdelijk louter
pålitlig betrouwbaar; degelijk; deugdelijk; gedegen; van goede hoedanigheid vertrouwde
pålitligt betrouwbaar; degelijk; deugdelijk; gedegen; van goede hoedanigheid bedrijfszeker; vertrouwde
rättskaffens betrouwbaar; degelijk; deugdelijk
solid betrouwbaar; degelijk; deugdelijk degelijke
solitt betrouwbaar; degelijk; deugdelijk
sunt degelijk; deugdelijk; gedegen; van goede hoedanigheid doortimmerd; gezondheids
säkert betrouwbaar; degelijk; deugdelijk absoluut; beslist; echt; geheid; gewis; heus; onweerlegbaar; reëel; ronduit; stellig; vast en zeker; veilig; voorzeker; waarachtig; waarlijk; wel degelijk; welzeker; zeker
verksamt beproefd; deugdelijk; probaat

Verwandte Wörter für "deugdelijk":


Wiktionary Übersetzungen für deugdelijk:


Cross Translation:
FromToVia
deugdelijk adekvat; tillämplig adequate — equal to some requirement
deugdelijk passande proper — following the established standards of behavior or manners