Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. bijleren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für bijleren (Niederländisch) ins Schwedisch

bijleren:

bijleren Verb

  1. bijleren
    lära; underrätta
    • lära Verb (lär, lärde, lärt)
    • underrätta Verb (underrättar, underrättade, underrättat)

Übersetzung Matrix für bijleren:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
lära leerstelsel; leersysteem
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
lära bijleren aanleren; africhten; bijbrengen; dier africhten; dresseren; eigen maken; horen; iets leren; kennis opdoen; leren; lesgeven; meekrijgen; meepikken; onderwijzen; ontdekken; oppikken; opsteken; te horen krijgen; trainen; vernemen; verwerven; vinden
underrätta bijleren