Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. bijdetijds:


Niederländisch

Detailübersetzungen für bijdetijds (Niederländisch) ins Schwedisch

bijdetijds:

bijdetijds Adjektiv

  1. bijdetijds (actueel; modern)
    aktuell; gällande; nuvarande; aktuellt

Übersetzung Matrix für bijdetijds:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
aktuellt actueel; bijdetijds; modern actueel; actuele; eigentijds; hedendaags; huidig; modern; momenteel; tegenwoordig; van vandaag
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
aktuell actueel; bijdetijds; modern eigentijds; hedendaags; huidig; modern; momenteel; tegenwoordig; van vandaag
gällande actueel; bijdetijds; modern aannemelijk; betreffend; geldig; met betrekking tot; valabel; valide
nuvarande actueel; bijdetijds; modern actuele; hedendaags; huidig; in deze dagen; tegenwoordig; van nu; van vandaag; vandaag de dag

Verwandte Wörter für "bijdetijds":

  • bijdetijdse