Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. bezwaarlijk:


Niederländisch

Detailübersetzungen für bezwaarlijk (Niederländisch) ins Schwedisch

bezwaarlijk:

bezwaarlijk Adjektiv

  1. bezwaarlijk (lastig; met bezwaren)
    knepigt; listig; listigt

Übersetzung Matrix für bezwaarlijk:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
listig doortraptheid; geraffineerdheid; gewiekstheid; gladheid; leepheid; listigheid; raffinement; sluwheid; snoodheid
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
knepigt bezwaarlijk; lastig; met bezwaren
listig bezwaarlijk; lastig; met bezwaren arglistig; berekenend; clever; doortrapt; gehaaid; geraffineerd; geslepen; gewiekst; kien; leep; link; listig; pienter; schrander; slangachtig; slim; slinks; sluw; snugger; uitgeslapen
listigt bezwaarlijk; lastig; met bezwaren arglistig; berekenend; clever; doortrapt; gehaaid; geraffineerd; geslepen; gewiekst; kien; leep; link; listig; obsceen; pienter; schrander; schuin; slangachtig; slim; slinks; sluw; snugger; uitgeslapen; vies; vunzig; zedeloos

Verwandte Wörter für "bezwaarlijk":

  • bezwaarlijkst, bezwaarlijkste, bezwaarlijke