Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. beweegbaarheid:
  2. beweegbaar:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für beweegbaarheid (Niederländisch) ins Schwedisch

beweegbaarheid:

beweegbaarheid [znw.] Nomen

  1. beweegbaarheid (kunnen bewegen)
    flyttbarhet

Übersetzung Matrix für beweegbaarheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
flyttbarhet beweegbaarheid; kunnen bewegen draagbaarheid; verplaatsbaarheid

Verwandte Wörter für "beweegbaarheid":


beweegbaarheid form of beweegbaar:

beweegbaar Adjektiv

  1. beweegbaar (mobiel; los; verzetbaar; verplaatsbaar; roerend)
    lös; flyttbar; flyttbart; rörligt

Übersetzung Matrix für beweegbaar:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
flyttbar beweegbaar; los; mobiel; roerend; verplaatsbaar; verzetbaar tilbaar; transportabel; transporteerbaar; verplaatsbaar; vervoerbaar
flyttbart beweegbaar; los; mobiel; roerend; verplaatsbaar; verzetbaar tilbaar; transportabel; transporteerbaar; verplaatsbaar; vervoerbaar
lös beweegbaar; los; mobiel; roerend; verplaatsbaar; verzetbaar los; niet vast
rörligt beweegbaar; los; mobiel; roerend; verplaatsbaar; verzetbaar

Verwandte Wörter für "beweegbaar":


Wiktionary Übersetzungen für beweegbaar:


Cross Translation:
FromToVia
beweegbaar föränderlig mobile — Qui se meut ou qui peut être mû, qui n’est pas fixe. (Sens général).

Computerübersetzung von Drittern: