Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. betrouwbaar:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für betrouwbaar (Niederländisch) ins Schwedisch

betrouwbaar:

betrouwbaar Adjektiv

  1. betrouwbaar (deugdelijk; degelijk)
    solitt; säkert; solid; gediget; rättskaffens; pålitlig; pålitligt

Übersetzung Matrix für betrouwbaar:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
gediget betrouwbaar; degelijk; deugdelijk louter
pålitlig betrouwbaar; degelijk; deugdelijk degelijk; deugdelijk; gedegen; van goede hoedanigheid; vertrouwde
pålitligt betrouwbaar; degelijk; deugdelijk bedrijfszeker; degelijk; deugdelijk; gedegen; van goede hoedanigheid; vertrouwde
rättskaffens betrouwbaar; degelijk; deugdelijk
solid betrouwbaar; degelijk; deugdelijk degelijke
solitt betrouwbaar; degelijk; deugdelijk
säkert betrouwbaar; degelijk; deugdelijk absoluut; beslist; echt; geheid; gewis; heus; onweerlegbaar; reëel; ronduit; stellig; vast en zeker; veilig; voorzeker; waarachtig; waarlijk; wel degelijk; welzeker; zeker

Verwandte Wörter für "betrouwbaar":


Wiktionary Übersetzungen für betrouwbaar:


Cross Translation:
FromToVia
betrouwbaar flitig assiduous — hard-working, diligent
betrouwbaar pålitlig reliable — fit to be relied on
betrouwbaar ansvarsfull; pålitlig responsible — able to be trusted
betrouwbaar trogen; lojal staunch — loyal, trustworthy, reliable, outstanding
betrouwbaar pålitlig trustworthy — reliable
betrouwbaar ofarlig; säker; trygg; pålitlig; tillförlitlig; given sûrdont on ne douter pas ; certain ; indubitable ; vrai.