Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. bestendigheid:
  2. bestendig:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für bestendigheid (Niederländisch) ins Schwedisch

bestendigheid:


bestendig:

bestendig Adjektiv

  1. bestendig (bestand tegen; opgewassen tegen)
  2. bestendig (onveranderlijk)
    varaktig; varaktigt
  3. bestendig (constant)
    stabil; konstant; stabilt; stadigt; ouppörligt

Übersetzung Matrix für bestendig:

Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
konstant constante
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
konstant bestendig; constant gelijkblijvend
ouppörligt bestendig; constant
stabil bestendig; constant
stabilt bestendig; constant stabiel; stevig
stadigt bestendig; constant corpulent; dik; gezet; grof; grofgebouwd; lijvig; lomp; ruw; stabiel; stevig; zwaarlijvig
vara motståndig emot bestand tegen; bestendig; opgewassen tegen
varaktig bestendig; onveranderlijk duurzaam
varaktigt bestendig; onveranderlijk duurzaam; duurzame; uithoudend; verdragend

Verwandte Wörter für "bestendig":

  • bestendigheid, bestendiger, bestendigere, bestendigst, bestendigste, bestendige

Wiktionary Übersetzungen für bestendig:


Cross Translation:
FromToVia
bestendig ständig permanent — without end